Meteen naar de inhoud

Reuzen van Schiedam

Reuzen van Schiedam

Als de reuzen van Schiedam
Hun rondjes draaien
Blijft het water gaan
De wind erachteraan
De jeneverbes ruikt
Naar de brandersknechten
Waar zij ooit hun handen
Branden aan kiemend graan

Daar dichten nu de huizen
En fluisteren de boten
De bomen verliezen
De bladeren geel
Een jongen schichtig
Het Nederlands onmachtig
Vindt zijn weg in de schaduw
Van een toeristenstroom

Mocktails en boetiekjes
De stad hervindt
Zijn pracht en glans
De Schie heeft zijn dam
De vluchteling een plan
Hier strijken zij neer
Het volk van de wereld
In een stad van weleer

Slechts 750 jaar
Ontstaan uit de wens
De getijden te keren
Scheve brugwachtershuisjes
Een betonnen windmolen
Een vluchtelingenboot
Want zij zijn het die weten
Niets is af te weren
Het water, dat komt.

16-9-22
Marlijn