Skip to content

Machine op het land

Koeien

Gebaseerd op een gedicht van Vasalis ‘de Idioot in het bad’ waarbij ik sommige delen heb overgenomen zoals Vasalis ze heeft geschreven, andere delen minimaal aangepast en aangevuld met mijn eigen woorden.

Met stille tred en verkrampte schouders.
Ogen half gesloten, schokkend,
achter de anderen aan, loopt ze elke dag
het groen tegemoet.

De ochtend douw, dat van het gras afslaat
maakt haar geruster, witte wolken…
En bij elke stap, die ze gedachteloos neemt,
komt ze meer en meer in haar oude
jonge lijf terug.

De uitgestrekte weide, de wilgenrij
Maken dat haar pijn rustigaan verdwijnt
Naar verre oorden waar zij nooit kon zijn.
Ze zucht, het is als ontwaken na een mooie droom vol zekerheid.

Haar blik is kalm en moedeloos geworden.
Haar dunne witte poten staan
als stengels riet roerloos in het water.
Haar staart roert zich als een treurwilg in een milde wind.

Ze is in dit veld nog als vrijgeboren.
Al weet ze niet, dat velen zoals zij, dat nooit bereiken.
Ze is de heiligheid van haar soort niet verloren.
Daarvoor hoeft ze niets anders te doen dan kijken.

En elke keer, als ze teruggaat de stal in
en met enige haast haar plek bemachtigt,
aangesloten op een machine dat aan haar sjort
stribbelt ze tegen en huilt ze even.

En elke dag wordt ze opnieuw geboren
en wreed gescheiden van het heilige vrijleven.
En elke dag is haar het lot beschoren
opnieuw een melkmachine te zijn geworden.

16-9-22
Marlijn